Nieuws

WAADI registratieplicht ook van toepassing op managementovereenkomsten?

Door een wijziging in de Wet Allocatie Arbeidskrachten door Intermediairs (WAADI) levert overtreding van de registratieplicht voor alle betrokken partijen een
aanzienlijke boete op. Als gevolg van deze wetswijziging kunnen zowel de uitlenende organisatie als de inlenende opdrachtgever namelijk een boete opgelegd krijgen van
€ 12.000 per ingeleende arbeidskracht.

Nederlandse uitzendondernemingen/intermediairs waren op basis van de handels-registerwet al verplicht tot inschrijving, echter zonder de bijkomende verplichting om hun activiteit als zodanig te laten registreren in het Handelsregister.
Net als voor de buitenlandse intermediair die actief is op de Nederlandse markt, geldt ook voor hen de verplichting om zich in te schrijven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en “onder activiteiten” te vermelden dat hun onderneming arbeidskrachten ter beschikking stelt.

De registratieplicht geldt zowel voor uitzendbureaus als voor elke intermediair
die tegen vergoeding arbeidskrachten ter beschikking stelt aan een ander, voor het onder diens leiding en toezicht verrichten van arbeid. De registratie geldt zowel voor uitleners als voor doorleners. De benaming die wordt gekozen voor het ter beschikking stellen is hierbij niet van belang: ook detachering en payrolling kunnen hieronder vallen.
Tevens geldt deze registratieplicht voor ondernemingen die buiten de uitzendbranche
opereren maar (incidenteel) toch werknemers ter beschikking stellen.

Collegiale terbeschikkingstelling, overeenkomsten van opdracht en het ter beschikking
stellen van arbeidskrachten binnen de eigen onderneming vallen echter niet onder de hiervoor gegeven definitie van ter beschikking stellen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft recentelijk in een brief aan de Tweede Kamer gemeld dat de brede definitie van de doelgroep van de registratieplicht betekent dat hieronder ook directeur- grootaandeelhouders (DGA’s) kunnen vallen die zichzelf via hun BV als arbeidskracht aan derden ter beschikking stellen voor het uitvoeren van gecontracteerde werkzaamheden.

Er zijn echter twee punten, op basis waarvan gediscussieerd zou kunnen worden of een registratieplicht geldt.

1. Het is heel goed mogelijk dat de managementovereenkomst wordt gekwalificeerd als een overeenkomst van opdracht en om die reden is uitgezonderd van de registratieplicht.

2. De vraag of al dan niet sprake is van “ onder leiding en toezicht” staan.

Indien de werkzaamheden niet onder leiding en toezicht van de inlener plaatsvinden, bestaat er conform de WAADI geen registratieplicht. Echter, de minister is desondanks in zijn brief van mening dat een dergelijke constructie valt onder de definitie van het ter beschikking stellen van arbeidskrachten, als gevolg waarvan er een registratieplicht geldt.

Ook de Kamer van Koophandel geeft aan dat er voldaan moet worden aan de registratie- plicht wanneer bijvoorbeeld een DGA in dienst is van zijn eigen BV en door deze BV wordt uitgeleend.

Geconcludeerd kan worden dat op het punt van de DGA het laatste woord nog niet is gezegd. De komende periode zal duidelijk worden of registratieplicht noodzakelijk is.