Nieuws

  • Berekening heffingskortingen bij gedeeltelijke belastingplicht

    15 november 2024
    Wanneer iemand slechts gedurende een deel van het jaar in Nederland woont, ontstaat de vraag hoe de arbeidskorting, inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) en algemene heffingskorting berekend moeten worden. In deze zaak stelde de rechtbank een prejudiciële vraag aan de Hoge Raad om te verduidelijken of buitenlandse inkomsten buiten beschouwing moeten blijven bij deze berekening. Standpunt van de belanghebbende De belanghebbende stelde dat het inkomen, dat zij tijdens haar verblijf in Brazilië had verdiend, niet relevant was voor de berekening van de Nederlandse heffingskortingen. Zij ...
    >>

  • Hoge Raad: ongelijke behandeling bij WGA-uitkering en arbeidskorting

    15 november 2024
    In 2018 ontving de belanghebbende in een procedure naast zijn loon een WGA-uitkering. De uitkering werd rechtstreeks door het UWV aan hem uitbetaald. De belanghebbende stelt dat de arbeidskorting ten onrechte lager is vastgesteld, omdat WGA-uitkeringen, die via de werkgever worden uitbetaald, wel meetellen voor de berekeningsgrondslag. Is hier sprake van ongelijke behandeling? De zaak komt uiteindelijk voor de Hoge Raad. Standpunt van de belanghebbende De belanghebbende betoogt dat zijn WGA-uitkering als loon uit tegenwoordige arbeid moet worden gezien. Hij stelt dat hij recht heeft op een ...
    >>

  • Indexering griffierechten per 1 januari 2025

    22 november 2024
    Om een procedure voor de rechter te kunnen voeren, moeten griffierechten worden betaald. Per 1 januari 2025 worden de griffierechten verhoogd. De nieuwe bedragen zijn gepubliceerd in de Staatscourant. Het griffierecht voor belastingzaken in eerste aanleg gaat voor natuurlijke personen van € 51 naar € 53. Voor een aantal belastingzaken geldt voor natuurlijke personen een hoger tarief. Dat tarief gaat van € 187 naar € 194. Voor rechtspersonen geldt in eerste aanleg voor alle belastingzaken eenzelfde tarief. Dat tarief stijgt van € 371 naar € 385. In hoger beroep ...
    >>

  • Toepassing eigenwoningregeling bij besluit tot verkoop voor juridische levering woning

    21 november 2024
    De Belastingdienst is van mening dat de eigenwoningregeling niet van toepassing is wanneer vóór de juridische levering van een woning wordt besloten tot verkoop daarvan. De casus, waarop dit standpunt is gebaseerd, is de volgende. Een belastingplichtige heeft een eigen woning. Hij sluit een koopovereenkomst voor een bestaande woning, die hij als eigen woning wil gaan gebruiken. Voordat de woning wordt geleverd, besluit hij om daar niet te gaan wonen. De belastingplichtige laat de juridische levering echter doorgaan om te voorkomen dat hij de contractuele boete wegens niet ...
    >>

  • Premie en bijdrageloon Zorgverzekeringswet 2025

    05 november 2024
    De minister van VWS heeft het bijdrageloon en het bijdrage-inkomen voor de Zorgverzekeringswet voor het jaar 2025 vastgesteld op € 75.864. Dit bedrag is gelijk aan het maximumpremieloon voor de werknemersverzekeringen voor 2025. De inkomensafhankelijke premie voor werknemers bedraagt in 2025 6,51% (2024: 6,57%). Voor anderen dan werknemers daalt de inkomensafhankelijke premie van 5,32% in 2024 naar 5,26% in 2025. ...
    >>

  • AOW-leeftijd blijft 67 jaar en 3 maanden in 2030

    15 november 2024
    De minister van SZW heeft de AOW-leeftijd en de leeftijd, waarop de AOW-opbouw begint, voor het jaar 2030 vastgesteld. Deze leeftijden zijn gekoppeld aan de ontwikkeling van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd. De AOW-leeftijd wordt telkens vijf jaar van tevoren aangekondigd. Voor 2030 is de AOW-leeftijd vastgesteld op 67 jaar en 3 maanden. De aanvangsleeftijd ligt steeds 50 jaar eerder dan de AOW-leeftijd en is dus voor 2030 vastgesteld op 17 jaar en 3 maanden. Voor 2029 gelden overigens dezelfde leeftijden. Op basis van de prognose van de resterende ...
    >>

  • Wanneer kunnen fiscale partners de onderlinge verdeling van inkomsten bepalen of herzien bij navordering?

    25 oktober 2024
    De Wet IB 2001 bepaalt dat fiscale partners de onderlinge verhouding van de verdeelbare posten gezamenlijk kunnen wijzigen. Dat kan in beginsel tot het moment waarop de aanslag, navorderingsaanslag, conserverende aanslag of conserverende navorderingsaanslag van de belastingplichtige en zijn partner onherroepelijk vaststaan. In een gemeenschappelijke bijlage bij enkele conclusies gaat de Advocaat-generaal bij de Hoge Raad (AG) in op de vraag in welke gevallen fiscale partners de onderlinge verdeling kunnen bepalen of herzien bij navordering. De AG is van mening dat deze mogelijkheid niet is ...
    >>

  • Villatax is geen ongeoorloofde inbreuk op het eigendomsrecht

    15 oktober 2024
    Wie een eigen woning heeft, dient inkomstenbelasting te betalen over het zogenaamde eigenwoningforfait. Dit forfait bedraagt 0,35% van de WOZ-waarde van de woning, voor zover deze ligt tussen € 75.000 en € 1.310.000 (2024). Is de WOZ-waarde van de woning hoger, dan bedraagt het eigenwoningforfait € 4.585 plus 2,35% van de WOZ-waarde van de woning boven € 1.310.000. De verhoging van het forfait (2,35% i.p.v. 0,35%) leidt tot hogere belasting, die wordt aangeduid met de term "villatax". Deze belasting vormt mogelijk een ongeoorloofde inbreuk op het ...
    >>

  • Belastingrente van 8% voor vennootschapsbelasting onverbindend

    07 november 2024
    Belastingrente De Belastingdienst brengt belastingrente in rekening wanneer een (voorlopige) aanslag inkomstenbelasting (IB) of vennootschapsbelasting (Vpb) wordt vastgesteld na zes maanden na afloop van het tijdvak waarop de aanslag betrekking heeft. De belastingrente wordt enkelvoudig berekend over het te betalen bedrag aan belasting. De zaak in het kort De Belastingdienst heeft aan een bv een voorlopige aanslag Vpb over het boekjaar 2021 opgelegd, waarbij belastingrente in rekening is gebracht. Voor de Vpb gold in die periode een tarief voor de belastingrente van 8%. Voor andere ...
    >>

  • Hoge Raad stelt strikte eisen aan voortvarendheid

    01 november 2024
    In 2014 diende een belastingplichtige een inkeerverzoek in. De inspecteur heeft meerdere keren gevraagd om aanvullende informatie. Dit proces liep tot juni 2016. De vraag was of de inspecteur vervolgens met voldoende voortvarendheid heeft gehandeld bij het opleggen van navorderingsaanslagen over de jaren 2001 tot en met 2008. Feiten De belanghebbende deed op 4 juni 2014 een inkeerverzoek voor niet-aangegeven vermogen op Luxemburgse bankrekeningen, waaronder een rekening op naam van een buitenlandse rechtspersoon, die is opgericht in 2008. De belanghebbende was economisch gerechtigd tot deze ...
    >>

Oudere berichten »